Energielekken door een vitaliteitsprogramma?

Het goede nieuws is dat veel organisaties het belang zien van energie, als de drijvende kracht voor beweging in organisaties, voor optimale prestaties en werkplezier. Vitaliteitprogramma’s zijn geweldig om prestaties en werkplezier te ondersteunen. Waarom hebben ze dan niet altijd het gewenste effect en veroorzaken ze zelfs energielekken?

De Don’ts:

Energielekken kunnen ontstaan bij programma’s die onvoldoende aansluiten bij de beleefde werkelijkheid van onze teams. Bijvoorbeeld wanneer je mensen het aanbod uit de programma’s ervaren als een “klus” erbij, hoe goed de bedoeling ook is. Met activiteiten die met name buiten de werkpraktijk plaatsvinden. Het grootste risico voor een energielek ontstaat echter wanneer mensen wél deelnemen aan programma’s en op de lange termijn toch niet het verwachte resultaat zien. Vaak doordat mensen nog te veel energievreters ervaren in de praktijk van alle dag. Ik ben er van overtuigd dat het vaak in de gekozen aanpak zit.

Programma’s met deze karakteristieken hebben vaak te weinig impact:

  • Wanneer de aanpak van vitaliteit vooral een organisatiebreed karakter heeft.
  • Programma’s die van bovenaf worden ingevoerd, met weinig inbreng van medewerkers.
  • Waar “maatwerk” zich alleen vertaalt in keuzemogelijkheden, een programma met modules of een menu. 
  • Wanneer het programma zich voornamelijk richt op de fysieke aspecten van energie, zoals bewegen en eten.

Vitaliteitsprogramma’s loslaten?

Nee, zeker niet. De fysieke aspecten van energie zijn heel belangrijk, dus vooral aandacht blijven geven! Maar zet er nog een aantal aspecten naast wanneer je gaat voor wezenlijk ander gedrag en een lange termijn effect. 

Programma’s die wél werken

Energie is vooral een thema van teams en individuele medewerkers. Een aanpak waarin je hen centraal stelt heeft dan ook de diepste en meest langdurige impact. Er zit namelijk een directe verbinding tussen energie, gedrag en prestaties. En teamenergie is te beïnvloeden, wanneer je aan de juiste knoppen draait. Dit wil je in een aanpak terugzien. 

De do’s:

  • Geef medewerkers de touwtjes zoveel mogelijk zelf in handen.
  • Laat ze zelf de vinger op de zere plek leggen, zodat ze zelf de regie kunnen pakken.
  • Zo wordt eigenaarschap de motor van jullie beweging.
  • In de aanpak vraagt dit om een proces van reflecteren, kiezen en doen.

Kies voor activiteiten die naast fysieke vitaliteit, aandacht besteden aan de mentale, sociale en emotionele kant van vitaliteit.

Ga je zelf aan de slag of met een externe teambegeleider, scan de aanpak dan in ieder geval op deze elementen. Wanneer je deze strategie volgt, weet ik zeker dat je met je team al snel een positieve draai maakt.

Stuur me gerust een berichtje wanneer je meer informatie wilt over dit onderwerp of over de wetenschappelijke onderbouwing die ik hiervoor gebruik.